BEKNOPT OVERZICHT
VAN DE SPIRITUALITEIT VAN DE CONGREGATIE VAN WINDESHEIM,
DE DEVOTIO MODERNA

Inscriptie ter nagedachtenis aan Geert Grote aan de broederkerk te Deventer     De Congregatie van Windesheim vindt haar oorsprong in de geestelijke beweging van vernieuwing in de Kerk die rond het midden van de XIVe eeuw in de Lage landen ontstaan is: deze beweging door Geert Grote ontworpen wordt de Devotio Moderna genoemd.

I. Godsdienstige situatie van dit tijdperk 

       Kenmerkend is een algemeen geestelijk en moreel verval, de verslapping in de religieuze orden, de theologische speculaties die alleen maar woordentwisten zijn. Na het terugkeer van de Pausen uit Avignon, komt het grote Westerse Schisma dat de Kerk van binnenin verscheurt, de slagen van buiten nog versterkt. De oorlogen en hun bijkomende plagen, zoals de pest, openen de deur voor de dwalingen van “mystieke” sekten. 
In deze sfeer begint de geestelijke beweging waarvan Geert Grote (1340-1384) de “bron en oorsprong” is. Hij zal de “Vader van de Moderne Devotie” genoemd worden (Cfr. Kronieken van J. Busch).

II. Waaruit bestaat dit levensideaal?

       Terugkeren naar de bron van het christelijk ideaal zoals de Apostolische Gemeenschap van de Oerkerk het voorstelt: een innerlijk leven van persoonlijke en intieme relatie met Christus. Om dit te bereiken vooral het Evangelie beschouwen (erover ‘mediteren’) om in het dagelijks leven Christus na te volgen, en hem gelijkvormig worden tot in zijn intiemste gevoelens, aan hem gelijk worden (‘geconfigureerd’) en door zijn menselijke natuur de vereniging met God bereiken.
Leven van dezelfde vurigheid eigen aan de eerste gemeenschap van Jeruzalem, een gift van de H. Geest om zo de Kerk en de maatschappij te vernieuwen.

III. Devotio Moderna

       Deze uitdrukking bedoelt het geestelijk ideaal “voor deze tijd” (moderna). Het woord ‘devotio’ behoudt hier zijn betekenis van toewijding van heel de persoon aan de dienst van God, de ijver voor zijn glorie. Men moet er nochtans een wezenlijke en karakteristiek aspect van deze spiritualiteit aan toevoegen: de ynnicheit, d.w.z. interioriteit, intimiteit met Christus, met God. De nadruk wordt gelegd op het innerlijk gebed.

       De Moderne Devoten leiden een leven dat hoofdzakelijk gewijd is aan het zoeken van de ervaring van deze relatie in een levendig geloof en in liefde. Alles zal een middel zijn ten dienste van de ontmoeting met God: dagorde, geestelijke oefeningen, gemediteerde geestelijke lezing, “ruminatio”, de “rapiarium”: bloemlezing van korte zinnen of spreuken die de ‘devotio’ kan helpen, het copiëren van gewijde teksten, geestelijke conferenties, “collationes”, broederlijke samen-spraken. De viering van de liturgie wordt door al die middelen a. h. w. ‘gedragen’.

        Het verlangen om geheel aan Christus te behoren eist ascese. Bij de Moderne Devoten is het hoofdzakelijk: de bekering van het hart en afstand doen van eigenwil alsook de nederigheid, grondslag van elk geestelijk leven.Deze liefde voor Christus, beleefd in een gemeenschap vloeit over in broederlijke liefde waarvan de Moderne Devoten getuigen. De “Navolging van Christus” van Thomas a Kempis zal het meesterwerk van de Moderne Devotie worden.